23 Jul 2015

Zaanse “woonschepen”verordening niet van toepassing op woonschepen

Volgens een uitspraak van de Raad van State is de Woonschepenverordening Zaanstad niet meer van toepassing op woonboten. Dat betekent dat het in de verordening opgenomen ligplaatsverbod ook niet meer van toepassing is. Maar volgens diezelfde hoogste bestuursrechter liggen op dit moment nog de meeste, zo niet alle woonboten op ligplaatsen die in het bestemmingsplan als zodanig zijn aangewezen, juist in strijd met dat bestemmingsplan.

Ziedaar de gevolgen van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 juni 2015, in combinatie met zijn inmiddels beruchte uitspraak van 16 april 2014 waarbij is bepaald dat vrijwel alle woonboten bouwwerken zijn in de zin van de Woningwet. De uitspraak is gedaan in een procedure van een cliënt van mij tegen de gemeente Zaanstad. Die ligt op een plek die door de gemeente niet was aangewezen als ligplaats met als gevolg dat hij voor deze plek geen vergunning zou kunnen krijgen. En zonder ligplaatsvergunning geldt het ligplaatsverbod en zou de boot van de al jaren ingenomen ligplaats verwijderd moeten worden.

Tegen het niet aanwijzen van zijn ligplaats had mijn cliënt beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank had dat beroep op volgens ons onjuiste gronden afgewezen en namens mijn cliënt had ik daartegen bij de afdeling hoger beroep ingesteld.

De uitspraak

De Woonschepenverordening Zaanstad 2010 definieert een woonschip als algemene categorie van woonarken en woonboten, niet zijnde een waterwoning. Een waterwoning wordt gedefinieerd als een object met zodanige voorzieningen dat op het object als bouwwerk de Woningwet en het Bouwbesluit van toepassing zijn.

Dat laatste is, zoals Raad van State ook overweegt, het verschil tussen een woonschip en een waterwoning: een woonschip is een object dat geen bouwwerk is en een waterwoning is een object dat wel een bouwwerk is. De verordening stamt uit de tijd van de algemeen geldende opvatting dat woonschepen geen bouwwerken zijn, en voor die woonschepen is de verordening in het leven geroepen. De verordening is niet van toepassing op waterwoningen.

Sinds de jurisprudentie van de Raad van State van april 2014 worden vrijwel alle woonschepen geacht bouwwerken te zijn.

De Raad van State leidt nu uit de definitiebepalingen van de Zaanse woonschepenverordening af, dat de verordening niet van toepassing is op bouwwerken. De redenering is: een waterwoning is een bouwwerk, de verordening is van toepassing op woonschepen en niet op waterwoningen, dus de verordening is niet van toepassing op bouwwerken. Volgens de Raad van State wordt dat in de toelichting op artikel 1 van de verordening uitdrukkelijk bevestigd.

De woonark van mijn cliënt is ingevolge de recente jurisprudentie van de afdeling een bouwwerk. Dat is geen verrassing. Maar omdat de verordening een waterwoning definieert als een bouwwerk, is nu naar het oordeel van de Raad van State elk drijvend bouwwerk, dus ook de boot van mijn cliënt, een waterwoning, waarop de verordening niet van toepassing is.

Om die reden is het ligplaatsverbod van de verordening niet op de woonboot van toepassing zodat er geen ligplaats voor aangewezen hoeft te worden, en er geen vergunning nodig is om op die plek af te meren. Het belang van mijn cliënt bij de procedure was dat het niet aanwijzen zou betekenen dat dat geen vergunning voor deze plek zou kunnen krijgen en dat de woonboot daar dus weg zou moeten. Dat belang is volgens de afdeling vervallen, hij kan gewoon zonder vergunning blijven liggen. En daarom heeft hij geen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep en wordt hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.

Mijn reactie

De Raad van State zegt dus twee dingen:

-          de Woonschepenverordening is niet van toepassing op bouwwerken, en

-          een drijvend bouwwerk is een waterwoning omdat het een bouwwerk is.

Geen van beide regels staat in de verordening. De verordening geeft aan dat een woonschip geen waterwoning is, en dat een waterwoning wordt gedefinieerd als een object dat een bouwwerk is. Dat wil niet zeggen, zeker niet gezien de bedoeling van de raad in 2010, dat de verordening in het algemeen niet op bouwwerken van toepassing is. De verordening is niet van toepassing op een speciale categorie van bouwwerken, namelijk waterwoningen. De verordening is speciaal in het leven geroepen voor woonschepen, die achteraf, vier jaar later, opeens door de Raad van State tot bouwwerk zijn gebombardeerd.

Ook in de toelichting staat niet dat de verordening niet op bouwwerken van toepassing is, integendeel. Er staat dat de verordening geen betrekking heeft op zogenaamde waterwoningen. En er staat dat op waterwoningen de bouwregelgeving ingevolge de Woningwet van toepassing is omdat die als bouwwerk kwalificeren. En, expliciet: "Een woonschip wordt doorgaans niet als ‘bouwwerk’ beschouwd." Er staat niet: de verordening is niet van toepassing op bouwwerken.

Het is ongelooflijk onbevredigend. Zoals door mij op de zitting ook is toegelicht, was het duidelijk de bedoeling van de gemeenteraad bij vaststellen van de Woonschepenverordening Zaanstad 2010 dat waterwoningen, als zijnde bouwwerken, niet onder de verordening zouden vallen. Voor woonschepen, die toen nog algemeen niet als bouwwerken werden beschouwd, werd de hele Woonschepenverordening in het leven geroepen. Kortom, de duidelijke bedoeling van de raad was de verordening vast te stellen voor woonschepen.

Nu is de jurisprudentie gewijzigd in die zin dat vrijwel alle woonschepen bouwwerken zijn. En nu construeert de Raad van State het zo, dat de hele verordening geacht wordt niet van toepassing te zijn op bouwwerken. En daarmee is de hele verordening nergens meer op van toepassing.

Van de Amsterdamse Verordening op het binnenwater was dit ook bekend, maar die was heel anders geredigeerd. Amsterdam heeft die verordening in december 2015 gerepareerd. Welke gemeenten volgen nog meer?

De gevolgen

Voor mijn cliënt is het goede nieuws dat zijn woonboot niet in strijd met het ligplaatsverbod van de verordening ligt. Het slechte nieuws is vooral dat de hele procedure, die hem veel geld gekost heeft, op dit moment voor niets geweest lijkt te zijn. Als de gemeente de verordening op een of andere manier gaat repareren, lijkt het erop dat hij weer helemaal opnieuw kan beginnen. Dat de hij dan gebruik kan gaan maken van alles wat er in de procedures is overgelegd is nog maar de vraag

Wetswijziging

De hele kwestie is zoals gezegd het gevolg  van de wijziging van de jurisprudentie van de Raad van State waarbij woonboten als bouwwerk zijn gekwalificeerd. De regering is bezig met een wetswijziging om iets aan de ernstige gevolgen daarvan te doen. Zoals blijkt uit mijn blog van 9 juli 2015 is daarvan een eerste ontwerp tekst bekend gemaakt. Wat die wetswijziging zou betekenen voor mijn cliënt in deze situatie valt buiten het bestek van dit weblog.