31 Mar 2016

Het wetsontwerp "Wet verduidelijking voorschriften woonboten"

In mijn weblog van 25 maart 2016 gaf ik aan dat de wettekst en de memorie van toelichting van de "Wet verduidelijking voorschriften woonboten" bekendgemaakt is, met links naar de teksten van het wetsontwerp, de memorie van toelichting en het advies van de Raad van State. En tevens links naar mijn vorige weblogs over de kwestie van woonboten en het Bouwbesluit. Hier nog een link naar de website van de Tweede Kamer waar inmiddels de officiële documenten te vinden zijn: Tweede kamer stukken.

Vooraf een opmerking over de wat vreemde naam van de wet. Er is kennelijk een wet nodig om bij wettelijk voorschrift (wettelijke) voorschriften te verduidelijken…

Wat houdt het wetsontwerp in?

Tot voor kort werd algemeen aangenomen dat een woonboot geen bouwwerk was. Dat betekende dat de bouwregelgeving van het Bouwbesluit daarop niet van toepassing was. Woonbooteigenaren hadden een gerechtvaardigd vertrouwen dat zij alleen aan eventuele gemeentelijke en provinciale regels over het bouwen of gebruiken van een woonboot moesten voldoen.

De rechtspraak van de Raad van State heeft daar een streep door gehaald, met name de uitspraak van 16 april 2014. Formeel dienen op dit moment alle woonboten voldoen aan de technische eisen van het Bouwbesluit en moeten de eigenaren in het bezit zijn van een omgevingsvergunning.

Aan die onmogelijke situatie wil minister Blok nu een einde maken. Hij heeft bij de Tweede Kamer het wetsontwerp "Wet verduidelijking voorschriften woonboten" ingediend. Kort gezegd wil hij daarmee de op dit moment bestaande woonboten legaliseren voor wat betreft de landelijke bouwregelgeving. Je kunt zeggen dat in hoofdlijnen de in mei 2015 bekendgemaakte voorlopige concept tekst is gevolgd, maar er zijn op een aantal punten belangrijke verschillen. Wat ik in mijn blog van 9 juli 2015 daarover schreef gaat dus op een aantal punten niet meer op voor het nu naar de Kamer gezonden wetsontwerp.

Het wetsontwerp betreft in hoofdzaak de wijziging van de Woningwet en de Wabo. Ik noem in vogelvlucht  kort de vijf belangrijkste onderdelen van het in te voeren overgangsrecht.

A. Woningwet

Varende schepen

1. 
Het wetsontwerp bepaalt dat “een schip dat wordt gebruikt voor verblijf en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart geen bouwwerk” is.

De bedoeling hiervan is dat charterschepen en museale (woon)schepen waar ook op wordt gewoond uit te zonderen van de bouwregelgeving. De Woningwet en de Wabo zullen op deze schepen niet van toepassing zijn, er zal geen omgevingsvergunning voor bouwen nodig zijn en het Bouwbesluit is niet van toepassing.

Het zijn schepen die vaak langere tijd stil liggen, maar waar af en toe mee wordt gevaren.

Deze schepen moeten, willen ze hieronder vallen, “bestemd zijn voor de vaart” ofwel daarvoor bedoeld zijn. De memorie van toelichting geeft een aantal handvatten voor de beoordeling of daarvan sprake is.

Overgangsrecht technische eisen Bouwbesluit

Voor een bouwwerk gelden de technische eisen van het Bouwbesluit. Aan het huidige Bouwbesluit kunnen veel bestaande woonboten niet voldoen. Daarom:

2.
De technische eisen van het Bouwbesluit zijn niet van toepassing op bestaande woonboten.

Voor een bouwwerk geldt de gemeentelijke welstandsnota:

3.
Indien in een gemeentelijke verordening specifieke welstandsvoorschriften voor woonboten staan, dan gelden die als Welstandsnota, totdat een nieuwe welstandsnota wordt vastgesteld.
 

B. Wabo – omgevingsvergunning

Voor een bouwwerk moet een omgevingsvergunning voor het bouwen zijn verleend.

Voor een bouwwerk dat in strijd met een bestemmingsplan is moet een omgevingsvergunning voor gebruik of bouwen in strijd met het bestemmingsplan verleend zijn.

Eigenaren van bestaande woonboten hoefden daar in het verleden geen rekening mee te houden. Bovendien kunnen veel bestaande woonboten niet of heel moeilijk aan de technische eisen van het huidige Bouwbesluit voldoen. Daarom:

4.
Voor bestaande woonboten met gemeentelijke of provinciale vergunning voor het bouwen of gebruiken van de woonboot, wordt die vergunning gelijkgesteld met een omgevingsvergunning.
Dat wil zeggen: een omgevingsvergunning voor het bouwen, en, als de woonboot in strijd met het bestemmingsplan ligt, een omgevingsvergunning voor afwijken van bestemmingsplan.

Als in een gemeente of provincie géén verordening geldt die vergunning vereist voor bouwen/gebruiken woonboot, dan zou voor de woonboten (in die gemeente/provincie) nu een omgevingsvergunning vereist zijn, terwijl, volgens de toelichting, de eigenaren een gerechtvaardigd vertrouwen hadden dat een vergunning niet noodzakelijk was. Vandaar:

5.
Als in een gemeente of provincie géén verordening geldt die een vergunning vereist voor het bouwen of gebruiken van een woonboot, wordt de eigenaar geacht voor die boot een omgevingsvergunning te hebben voor het bouwen en/of het afwijken van een bestemmingsplan (letterlijk: dan wordt de woonboot gelijkgesteld met een bouwwerk waarvoor zo’n omgevingsvergunning is verleend).

Niet over ligplaatsvergunning

Let wel, dit wetsontwerp gaat níet over de ligplaatsvergunning. Er staat in de wettekst, zie hierboven onder 4 en 5, dat het overgangsrecht gaat om bestaande woonboten met vergunning “voor het bouwen of gebruiken” van de woonboot.

  • Als volgens een gemeentelijke of provinciale verordening een vergunning vereist wordt voor het innemen van de ligplaats, geldt die niet als omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het afwijken van een bestemmingsplan.
  • Als voor het innemen van een ligplaats géén gemeentelijke of provinciale vergunning vereist wordt, dan blijft dat ook hetzelfde en wordt voor de boot niet geacht een omgevingsvergunning verleend te zijn.

Niettemin: als voor het bouwen of gebruiken (dus: niet voor enkele het innemen van de ligplaats) een vergunning is verleend, geldt die als omgevingsvergunning voor afwijken bestemmingsplan. Met andere woorden, als je een dergelijke vergunning hebt maar je ligt in strijd met het bestemmingsplan, dan wordt je boot in die zin gelegaliseerd: je vergunning wordt gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor afwijken bestemmingsplan.

Een voorbeeld – de Amsterdamse ligplaatsvergunning

Woonbooteigenaren in Amsterdam moeten een vergunning hebben op basis van Verordening op het binnenwater. De verordening noemt dat een ligplaatsvergunning, maar die vergunning is persoonsgebonden en vaartuiggebonden en die geldt alleen voor een woonboot, dat wil zeggen een vaartuig dat bewoond moet worden. Andere regels van deze verordening die ook op de vergunning betrekking hebben gaan bijvoorbeeld over afmetingen of het verbouwen van een woonboot.

Volgens mij is deze "ligplaatsvergunning" mede een vergunning voor het bouwen of gebruiken van een woonboot in de zin van het wetsontwerp. En daarom wordt deze vergunning volgens mij ook gelijkgesteld met een omgevingsvergunning wanneer het wetsontwerp wordt aangenomen. Lag de woonboot in strijd met het bestemmingsplan, dan geldt deze vergunning als een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan en wordt die strijdigheid daarmee opgeheven.

De LWO heeft op haar nieuwe website ook een aankondiging van dit wetsontwerp geplaatst.