09 Jul 2015

Ontwerptekst wetswijziging over woonboten en het Bouwbesluit bekend

Redelijk bekend in woonbotenland is dat sinds een uitspraak van de Raad van State van april 2014 een onmogelijke juridische situatie is ontstaan voor veel woonboten. En wel doordat deze hoogste bestuursrechter heeft geoordeeld dat vrijwel alle woonboten bouwwerken in de zin van de Woningwet zijn waarop de technische eisen van het Bouwbesluit van toepassing zijn. Terwijl in de toelichting van datzelfde Bouwbesluit staat dat het niet van toepassing is op woonboten. Allerhoogste tijd voor een wijziging van de wet dus, al dan niet samen met een aanpassing van het Bouwbesluit. Ongeveer een jaar geleden kondigde Minister Blok een voornemen voor zo’n wetswijziging aan. Zie hier mijn laatste weblog over dit onderwerp van september 2014, met daarin links naar eerdere blogs.

Afgelopen mei is een ontwerp wettekst bekendgemaakt, tegelijk met een ontwerp toelichting daarop (doorklikken naar "Concept regeling" en "Ontwerp toelichting"). Het zijn voorlopige teksten, iedereen kon daarop reageren via een Internetconsultatie. "Kon", want de termijn voor een reactie was gezien het onderwerp bijzonder kort en die sloot woensdag 10 juni 2015. Hierna gaat het als wetsontwerp voor advisering naar de Raad van State en daarna naar het parlement.

In dit blog geef ik een vereenvoudigd overzicht van de voorgenomen regeling. In de ontwerp Toelichting, te vinden onder bovenstaande link, wordt alles veel uitgebreider beschreven, die teksten zijn naar mijn inschatting voor de geïnteresseerde leek goed te lezen.

Inhoud

Definiëring bouwwerk in de wet

In de Woningwet wordt een bijzonder ruime definitie van het begrip bouwwerk opgenomen. Essentieel voor woonboten daarin is dat alle constructies (ook drijvende dus) die bedoeld zijn om langer dan drie maanden ter plaatse te functioneren bouwwerken zijn. Dat betekent dat zelfs varende woonschepen die een vaste ligplaats hebben maar waar je bijvoorbeeld regelmatig mee vaart eronder gaan vallen. Dit is heel anders dan de minister vorig jaar heeft aangekondigd, toen was het nog zijn bedoeling “drijvende objecten die van origine boten zijn maar in de loop van de tijd een andere functie hebben gekregen niet te beschouwen als bouwwerken”.

Passagiersschepen, binnenschepen waar (ook) op gewoond wordt en pleziervaartuigen worden genoemd als voorbeelden van objecten die niet "bedoeld" zijn om (langer dan drie maanden) ter plaatse te functioneren, maar in eerste instantie om mee te varen. Als een plezierbootje waar altijd mee gevaren werd, ergens wordt afgemeerd met de bedoeling er niet meer mee te varen maar op die plek te recreëren, verschiet het object van kleur en wordt het alsnog een bouwwerk.

Blijkens de toelichting wordt voor woonboten (maar ook waterwoningen, drijvende restaurants e.d.) de gangbare term drijvende bouwwerken.

Ook voor drijvende bouwwerken is een omgevingsvergunning verplicht

De Wabo (Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht) bepaalt dat voor elk bouwwerk een omgevingsvergunning (ook wel eens Wabo-vergunning genoemd) vereist is. Dat kan zijn een omgevingsvergunning voor het bouwen; als er sprake is van strijd met het bestemmingsplan moet diezelfde vergunning ook een omgevingsvergunning tot afwijken van het bestemmingsplan zijn.

Ligplaatsvergunning wordt omgevingsvergunning

De bestaande ligplaatsvergunningen van gemeenten en provincies vervallen. Die wordt ondergebracht in de omgevingsvergunning. Een omgevingsvergunning gaat dus bijvoorbeeld gelden voor het bouwen van een woonboot, eventueel voor het afwijken van het bestemmingsplan, én voor het mogen innemen van een bepaalde ligplaats in een gemeente of provincie.

De gemeentelijke ligplaatsverordeningen blijven als ik het goed zie inhoudelijk hetzelfde, alleen de vergunning krijgt een andere naam en wordt onderdeel van dezelfde vergunning Voor het aanvragen geldt hetzelfde loket als voor de andere "vormen" van de omgevingsvergunning.

Overgangsrecht

Uitermate belangrijk voor vrijwel alle bestaande woonboten is het in het ontwerp opgenomen overgangsrecht. In de ontwerpteksten geldt dat overigens voor alle “drijvende bouwwerken”. Ik spreek hier alleen over woonboten.

Bestaande boten: peildatum

Het hier te bespreken overgangsrecht zal, gezien de "peildatum", van toepassing zijn op woonboten die nu, voor inwerkingtreding van de wet, gebouwd worden en waarvoor vergunning is verleend. Dat klinkt relatief gunstig. Zekerheid dat uiteindelijk in de wet deze datum zal worden gehanteerd hebben we niet.

Bestaande boten: Bouwbesluit niet van toepassing

Voor het van toepassing zijn van het Bouwbesluit op bestaande woonboten maakt het ontwerp een onderscheid tussen situaties dat in een gemeente wel of geen verordening geldt met voorschriften voor het bouwen of gebruiken van woonboten.

Voor die gevallen waarin er inderdaad zo’n verordening geldt, wordt in de Woningwet opgenomen dat op alle bestaande woonboten die aan die gemeentelijke voorschriften voldoen het Bouwbesluit niet van toepassing is. En gelden er in een gemeente niet van die voorschriften, dan kún je daar met je bestaande woonboot ook niet aan voldoen, en voor die gemeenten geldt dat voor alle bestaande woonboten het Bouwbesluit niet van toepassing is.

Met andere woorden, eigenaren van bestaande woonboten hoeven niet bang te zijn dat de gemeente hen erop aanspreekt dat hun boot niet voldoet aan de technische eisen van het Bouwbesluit. Dat is alleen anders wanneer er wel een verordening geldt met dergelijke voorschriften, maar hun boot voldoet daar niet aan.

Bestaande woonboten en omgevingsvergunning

Als voor een bestaande woonboot door een gemeente (of provincie of waterschap) een vergunning of ontheffing verleend is, geldt die als omgevingsvergunning. Het gaat dan om een vergunning of ontheffing voor het innemen van een ligplaats of voor het bouwen of gebruiken van de woonboot.

Geldt er voor bestaande woonboten niet een dergelijke vergunningplicht van gemeente, provincie of waterschap, dat wordt de boot geacht een omgevingsvergunning te hebben (letterlijk: de boot wordt gelijkgesteld met een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is verleend).

Kortom, alle bestaande woonboten worden geacht een omgevingsvergunning te hebben, tenzij er een lokale vergunningplicht geldt en voor de boot is géén vergunning verleend, met andere woorden hij ligt op basis van die lokale regelgeving al niet legaal.

Wijziging Bouwbesluit

In de toelichting wordt aangegeven dat het Bouwbesluit zal worden aangepast aan het feit dat woonboten nu ook daar onder gaan vallen. Let wel, dat zal alleen voor nieuwe woonboten gelden.

Het Bouwbesluit is een algemene maatregel van bestuur, dat is een besluit van de regering waar het parlement formeel niet aan te pas komt. Dat de betekent dat de mogelijkheden om bij de totstandkoming van een inbreng te hebben minder is dan bij de formele wetswijziging die nodig is om de Woningwet en de Wabo aan te passen, zoals hiervoor besproken.

Aangekondigd is dat de aanpassing van het Bouwbesluit aan drijvende bouwwerken ingrijpender zal zijn dan een jaar geleden verwacht werd. Uit de ontwerp Toelichting valt op te maken dat de technische eisen aan woonboten door die aanpassing wat minder stringent zouden kunnen zijn dan de eisen aan woningen op de wal. Dat kan voor woonbooteigenaren wat gunstiger zijn voorbeeld ten aanzien van de minimale hoogte van vertrekken. Voor de liefhebber: voor bepaalde onderwerpen voor nieuwbouw van woonboten gaan dezelfde minimumeisen gelden als voor bestaande bouw, en dus niet de strengere nieuwbouw-eisen.

Van belang is ook, dat in de Toelichting wordt aangekondigd dat de aanpassing van het Bouwbesluit tegelijk met het in werking treden van de wet in werking zal treden.

Woonboten uitzonderen van het begrip bouwwerk

Onder meer in onze brief van september 2014 aan Minister en Kamer hebben wij als Amsterdamse woonbootadvocaten gemotiveerd bepleit om alle permanent bewoonde woonboten bij wet uit te zonderen van het begrip bouwwerk. Volgens ons is er geen behoefte aan en levert het alleen voor de nieuwbouw van een gering aantal woonboten een heleboel administratieve rompslomp voor woonbooteigenaren en gemeente-ambtenaren op, die waarschijnlijk ingrijpende negatieve gevolgen voor de mogelijkheden bij nieuwbouw zullen hebben.

Daar is niet naar geluisterd. Integendeel, zoals gezegd gaan de nu voorliggende plannen veel verder dan de aankondiging van de Minister dat “van origine varende schepen” géén bouwwerk zouden zijn. Vreemd, met alle dereguleringsmaatregelen die de regering stelt na te streven. Naar verluidt zijn er nogal wat bij de voorbereiding van deze regelgeving betrokken ambtenaren die het eigenlijk op dit punt wel met de woonbootadvocaten eens zijn, maar hebben zij van de Minister speciaal de opdracht voor de ruime definitie van het begrip bouwwerk gekregen. Werk aan de winkel voor een lobby bij het parlement dus?

Reactie LWO

De Landelijke Woonboten Organisatie heeft in het kader van de Internetconsultatie een uitgebreide reactie ingestuurd, die vindt u hier.